Kinderopvangtoeslag is een maandelijkse bijdrage van de overheid voor kinderopvang. De toeslag wordt berekend op basis van het inkomen van de ouders en de levenssituatie. Ook het aantal kinderen dat naar een opvang gaat heeft invloed op de hoogte van de toeslag.
Kinderopvangtoeslag wordt geregeld vanuit de Wet kinderopvang. De wet bepaalt dat ouders aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen om kinderopvangtoeslag te ontvangen. De voorwaarden zijn:
De toeslag wordt alleen uitgekeerd als het gaat om kinderen tussen de nul en de vier jaar of kinderen die naar de basisschool gaan. Ook moet de opvangvoorziening geregistreerd staan in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Wordt een kind opgevangen door familie of vrienden, dan is er geen recht op kinderopvangtoeslag.
Ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen, betalen de kosten voor kinderopvang eerst zelf. Vervolgens krijgen zij een deel van het bedrag terug van de overheid. Ouders betalen dus altijd een deel van de kosten uit eigen zak. Hoe veel dit is, hangt af van:
Voldoet een gezin aan alle voorwaarden, dan wordt de kinderopvangtoeslag uitgekeerd. Hierbij wordt er rekening gehouden met een maximaal aantal uren. Bij dagopvang voor kinderen die nog niet naar school gaan, hebben ouders bijvoorbeeld recht op een toeslag van 140 procent van het aantal uren dat één van de ouders werkt. Hiervoor wordt altijd gekeken naar de ouder die het minst werkt. Werken beide ouders fulltime, dan krijgen zij toeslag voor maximaal 230 uur per kind per maand. Voor kinderen die naar een buitenschoolse opvang gaan ontvangen ouders die fulltime werken toeslag voor maximaal 122 uur per kind per maand.
Ook wordt er gekeken naar de uurprijs van de opvang. Kinderopvangtoeslag voor dagopvang van kinderen tussen de nul en die vier jaar wordt berekend over een maximaal uurtarief van 7,18 euro. Voor schoolgaande kinderen ligt de grens voor buitenschoolse opvang op 6,69 per uur. Voor gastouders is de grens op 5,75 euro gesteld. Zijn de uurprijzen hoger, dan wordt er over het deel dat boven de maximale uurprijs uitkomt geen kinderopvangtoeslag uitgekeerd.
De hoogte van de toeslag van het eerste kind dat naar de opvang gaat is daarnaast anders dan de hoogte van de toeslag van een tweede of derde kind.
Kinderopvangtoeslag moet worden aangevraagd bij de belastingdienst. Dat kan tot drie maanden na de maand waarin ouders voor het eerst recht hadden op de toeslag. De toeslag wordt dan over de hele periode uitbetaald. Wordt de aanvraag later gedaan, dan lopen ouders een deel van de kinderopvangtoeslag mis.
Nadat de aanvraag is ingediend, beoordeeld de belastingdienst of een gezin recht heeft op een toeslag. Binnen vijf weken ontvangt de aanvrager een voorschotbeschikking. In de voorschotbeschikking staat op hoeveel kinderopvangtoeslag de aanvrager recht heeft in een jaar. De kinderopvangtoeslag wordt vervolgens maandelijks uitbetaald. De uitbetaling gebeurt meestal rond de 20ste van de maand.